Albanië
Land van adelaars
Albanië heeft van alle Europese landen de laagste levensstandaard. Het is daarmee één van de armste en onderontwikkelde landen in Europa. Het land ligt in het zuidoosten van Europa aan de Adriatische zee. Het grenst in het zuidoosten aan Griekenland, in het oosten aan Macedonië en in het noorden aan Servië en Macedonië. Het grootste gedeelte van het Albanese landschap heeft een bergachtige structuur.
Albanië wordt ook wel land van adelaars genoemd. De Albanese naam voor Albanië is Shqiperia. Dat komt van het woord shqiponja, adelaar. Op de vlag staat ook een adelaar afgebeeld. De dubbel koppige adelaar is van origine het symbool van het Byzantijnse rijk. In de communistische periode van Albanië.
Groot contrast tussen arm en rijk
Vanaf de tweede eeuw voor Christus werd Albanië bezet door ruim twintig verschillende landen. De vele machthebbers lieten het verwoest achter. In 1991 kwam een einde aan het communisme. In 1997 stortten de piramidespelen in. Sinds die tijd probeert het land met vallen en opstaan stabiel te worden. Hoewel Albanië een flinke economische groei kent, blijft het één van de armste landen van Europa. De infrastructuur is onderontwikkeld. Onderwijs is niet voor alle kinderen bereikbaar. Een groot deel van de Albanese economie is direct of indirect met de misdaad verbonden. Ook de corruptie vormt een ernstig probleem. Het contrast tussen arm en rijk is groot.